Alle begin is moeilijk

In principe is het niet zo moeilijk om een nieuw boek te schrijven, want de hoofdlijn zit grotendeels in mijn hoofd en met name de afloop is voor mij glashelder. Wat echter meestal hapert is de allereerste zin. Alfons de Ridder, beter bekend als Willems Elsschot, wordt geroemd om zijn prachtige openingszinnen en de eerste in Het Dwaallicht is misschien wel de allerbeste.

Een ellendige novemberavond, met een motregen die de dappersten van de straat veegt.

De eerste zin van mijn nieuwe thriller luidt op dit moment:

Het valt Regina op dat opa helemaal geen oudemannenhanden heeft als hij iemand op de foto aanwijst in de krant van zaterdag.


Deze zin heeft het voorlopig gewonnen van:

-De jongensschool stond midden in het dorp op tien meter van de kerk.

-Bij Jan stond er een glimmende boekenkast in huis waarin twee heel dikke boeken in een kartonnen doos zijn aandacht trokken.

-Zijn allereerste herinnering was, zoals vrijwel bij elk redelijk intelligent wezen, het gevolg van een traumatische gebeurtenis, in zijn geval het herstellen na een amandeloperatie in de huiskamer van de tussenwoning die zijn ouders destijds huurden.

Ook de onderstaande is het niet geworden, maar ik denk er toch sterk over om deze terug te plaatsen.

“De zes oudste kinderen droegen de kist,” begint opa, “in ieder geval liepen ze ernaast en een vrouwelijke kraai van de begrafenisonderneming duwde de brancard -of hoe zo’n ding ook heet waarop ze met een lijkkist rondrijden.”

De eerste zin van het tweede hoofdstuk van mijn nieuwe boek is op dit moment de beste van allemaal, maar ja, met een tweede hoofdstuk kun je een verhaal nou eenmaal niet beginnen.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


Alle begin is moeilijk

Beetje veel

What's in a name

Een beetje gebalk... i...a...

Een dubbel gevoel

Schrijven is lijden